Inhoud

Inbound en outbound M&A

Cross border deals - what's happening?

Lees verder

Nederlandse bedrijven zullen het voorlopig vooral in onze buurlanden zoeken nu er veel onzekerheid heerst. Amerikanen zijn op overnamepad in Nederland en dat zal zo blijven, verwachten dealmakers.

De Verenigde Staten zal een belangrijke voorloper zijn als het gaat om het overnemen van Nederlandse bedrijven. Onder de 100 respondenten koos maar liefst 49 procent voor de VS. Op gepaste afstand volgen Duitsland (18%), het Verenigd Koninkrijk (16%) en China (7%).

Welk land zal volgens jou een voorloper zijn bij het overnemen van bedrijven in Nederland?

“Ik verwacht dat Amerikanen relatief actief zullen zijn in de Nederlandse overnamemarkt. De dollar is immers significant sterker geworden ten opzichter van de euro waardoor het relatief goedkoper is geworden voor ze om Europese bedrijven over te nemen", aldus Jaap Barneveld, Corporate Partner bij De Brauw Blackstone Westbroek.


Op die andere cross-border deal-vraag aan onze dealmakers, namelijk in welk land Nederland het meest actief zal zijn op het gebied van fusies en overnames, komt Duitsland met 56 procent als grote ‘winnaar’ uit de bus. Nummer 2 is België, nummer 3 de Verenigde Staten. Al geldt deze korte opsomming van ‘favorieten’ in deze beide categorieën niet voor álle dealmakers die wij interviewden.

In welk land verwacht je dat Nederlandse bedrijven het meest actief zullen zijn op het gebied van overnames?

“In Nederland zijn we nog altijd uitstekend gepositioneerd. Voor buitenlandse investeerders – en zeker Amerikanen – blijven wij een uiterst aantrekkelijke markt.”

Meltem Koning-
Gungormez,

Van Doorne

Amerikaanse investeerders zoeken kansen

Meltem Koning, M&A-advocaat en Partner bij Van Doorne, koos als antwoord op vraag 1 resoluut voor de Verenigde Staten. Zij is vaak in Silicon Valley om in Californië voor haar cliënten over deals, of het voorbereiden daarvan, te overleggen. De advocaat blijft – ondanks de donkere geopolitieke wolken die zich maar blíjven samenpakken, de hoge inflatie en de exorbitante energieprijzen – gematigd optimistisch gestemd.


“Een recessie als die van 2008 zullen we niet krijgen”, voorspelt ze. “We gaan wel op weg naar een andere, een gezóndere markt. Vergeet niet dat we het economisch heel goed hebben gehad, afgelopen jaren. Er zit veel geld in de fondsen. En in Nederland zijn we nog altijd uitstekend gepositioneerd. Voor buitenlandse investeerders – en zeker Amerikanen – blijven wij een uiterst aantrekkelijke markt.”


Haar vakgenoot M&A-advocaat, Matthijs Ingen-Housz van het gelijknamige kantoor aan de Amsterdamse Prinsengracht, zet de Verenigde Staten in beide categorieën op de eerste plaats. Zonder ook maar een seconde te hoeven overdenken. En daarna komt volgens hem een hele tijd niets. Het kantoor van Ingen-Housz richt zich op de tech-economie van de toekomst, op growth equity, is marktleider in het late stage segment.


“Er is sprake van een hausse, waar het Amerikaanse investeerders in Nederland betreft”, zegt Ingen-Housz. “Zij zien hier kansen. Wellicht een cliché, maar wel degelijk waar: in venture capital gaat het erom of fondsen succesvol zijn met die ene mega-klapper. Amerikanen geloven echt in entrepreneurs en willen aandelen hebben in zo’n potentiële winnaar. Ook al speel je quitte of maak je verlies met die andere negen investeringen, als je er bij die ene reus maar bij bent...”

Nog veel cross-border activiteit

Rob van Veldhuizen, Global Head Corporate Finance van ING, ziet de Verenigde Staten ook als grote speler bij het overnemen van Nederlandse bedrijven, maar zet in dat rijtje tevens België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.


“We zien nog steeds heel veel cross-border activiteit”, aldus Van Veldhuizen. “Nederland blijft gewoon interessant als investeringsland, maar Nederland blijft zelf ook internationaal actief als investeerder. Waar komen die overnemende partijen vandaan? De Amerikanen zijn nog heel actief, die interesse is nog steeds niet afgenomen. En dat geldt ook voor investeerders uit Duitsland en de andere ons omringende landen. Daarbij komt dat een cross-border overnametransactie in Nederland of andere Europese landen inmiddels een flink stuk goedkoper en dus aantrekkelijker is geworden voor Amerikanen, omdat de dollar inmiddels in waarde gelijk staat aan de euro.”


Omgekeerd ziet Van Veldhuizen Nederlandse bedrijven vooral dicht bij huis blijven als ze op overnamepad gaan. “Het is heel erg afhankelijk van de sector, maar mijn verwachting voor de komende twaalf maanden is dat als een markt onzeker is, je wel een héél goede reden moet hebben om naar de VS of Azië te gaan. Maar stel dat jij een internationaal conglomeraat ‘bent’, en al heel groot in de Verenigde Staten, dan kan het best zijn dat je add-ons gaat doen. De business case voor een dergelijke add-on zal wel sterk moeten zijn, omdat overnames in de VS inmiddels duurder geworden zijn voor partijen waarvan de thuismarkt voornamelijk Europa is. Daarom zeg ik: it depends. Maar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn als vanouds erg in trek. En ja, Frankrijk ook wel.”


Rob Oudman, Managing Director bij Houlihan Lokey Nederland, heeft meer dan twintig jaar ervaring in bedrijfsfinanciering met een uitgebreide staat van dienst in nationale en grensoverschrijdende fusies en overnames. Oudman noemt de VS, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk als koplopers bij het overnemen van Nederlandse bedrijven. “De Verenigde Staten en het VK blijven toonaangevend, ondanks problemen, zoals de oorlog in Oekraïne”, is zijn overtuiging. “In de Angelsaksische wereld zit zoveel geld en consolidatiedrang, dat blijft doorgaan.”


Omgekeerd verwacht Oudman niet dat Nederlandse bedrijven de komende twaalf maanden op grote schaal de Atlantische oversteek zullen maken. “Wij zijn gek op België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, de bekende ‘oil spill’ strategie. Wat Frankrijk betreft, zijn we terughoudender. Vanwege de cultuurverschillen in de bedrijven. Met botsende managementstijlen tussen Nederlandse en Franse ondernemingen is in het verleden veel misgegaan. En op overnamepad naar Amerika gaan, wordt door Nederlandse bedrijven toch als een enorme stap beschouwd. Het aantal dat wel naar de Verenigde Staten gaat voor deals is beperkt.”

“In venture capital gaat het erom of fondsen succesvol zijn met die ene mega-klapper. Amerikanen geloven echt in entrepreneurs en willen aandelen hebben in zo’n potentiële winnaar.”

Matthijs Ingen-Housz,
INGEN HOUSZ

Buurlanden op de eerste plaats

Tom Beltman, Managing Partner van Marktlink, is van mening dat onze buurlanden hier op overnamejacht gaan. “Wij hebben daar onderzoek naar gedaan en de buurlanden staan toch op nummer 1. Dus België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Omgekeerd zie ik hetzelfde gebeuren. Nederlandse bedrijven zullen bij datzelfde trio op zoek gaan naar overnamekandidaten of fusiepartijen.”


Nederland als M&A-target voor buitenlandse investeerders? Paul de Hek, Managing Director M&A bij DC Advisory, ziet die vooral komen van de overzijde van het Kanaal. “Het Verenigd Koninkrijk wil, mede vanwege de gevolgen van de Brexit, graag buiten Engeland zelf investeren. En Nederland is – mede vanwege de cultuur, de taalkennis en de politieke stabiliteit – voor de Britten een aantrekkelijk land.”


Dat laatste blijkt ook uit de onlangs op mena.nl gepubliceerde Top-10 lijst van buitenlandse investeerders in Nederland. In die lijst staan het Britse IK Partners (kocht bijvoorbeeld het Nederlandse verzekeringsdistributieplatform You Sure), CVC Capital Partners (private equity-partij die in Nederland als aandeelhouder betrokken was bij bedrijven als C1000, Wavin, Raet, Beter Bed, Van Gansewinkel en Stage Entertainment) en de aan de London Stock Exchange genoteerde 3i Group, hier te lande onder andere bekend van de investering in Action Holding; de koopjesketen werd recent nog gewaardeerd op bijna 19 miljard euro.


Rowdy Schouten van JSA Tax Consultancy merkt ook dat er de laatste tijd veel grotere Britse fondsen interesse tonen in de Nederlandse markt en hier ook vastere voet aan de grond krijgen, zoals 3i en Advent International. Aan de andere kant zijn er juist weer veel Nederlandse PE-huizen die de vleugels uitslaan naar landen als Zweden en Denemarken. Wat dat betreft wordt private equity steeds meer een exportproduct. De Duitse markt speelt daarin ook een grote rol, wat volgens Schouten alles te maken heeft met het feit dat onze oosterburen, net als Nederlanders, een economie hebben met veel sterke familiebedrijven in het middensegment, een markt waar private equity traditioneel sterk in vertegenwoordigd is. Een verdere verknoping met China ziet Schouten niet zo snel gebeuren, omdat de staat daar zo’n sterke rol in het economische leven speelt en overnames van Westerse partijen dus maar lastig te realiseren zijn. Hetzelfde geldt trouwens ook voor Frankrijk, meent Schouten: dat is ook een eilandje met een heel eigen markt.

“Denemarken is interessant voor Nederlandse bedrijven, vanwege diezelfde cultuur in Scandinavië als bij ons.”

Thomas Wals,
MKB Fonds

Ook Thomas Wals, Algemeen Directeur MKB Fonds, ziet ‘de jagers en de opgejaagden’ vooral uit Europa komen. Hij noemt België, Frankrijk en Engeland als de voorlopers bij het overnemen van Nederlandse bedrijven. Omgekeerd ziet hij ‘ons’ vooral op zoek gaan naar overname- en fusiekandidaten in Duitsland, België en Denemarken. “Dat laatste land is interessant voor Nederlandse bedrijven, vanwege diezelfde cultuur in Scandinavië als bij ons”, aldus Wals.


Conclusie: Onze respondenten zijn niet geheel eensgezind als het om de ontwikkeling van cross-border deals gaat. Maar duidelijk is wel dat er een meerderheid is die de Verenigde Staten als grote speler zien, daar waar het overnames van Nederlandse bedrijven betreft. En omgekeerd worden ons buurlanden – en dan met name Duitsland en België – gezien als de jachtvelden voor Nederlandse fusies en overnames.

Deel dit artikel